Ome Piet was in 1936 kampioen van Nederland in het zwaargewicht en was uitgenodigd voor de selectie van de Olympische spelen van Berlijn. Ome Piet trok zich terug omdat hij niet in Hitler Duitsland aan sportwedstrijden wilde deelnemen.
In 1952 richtte Ome Piet ter Meulen zijn boksschool, “boksschool ter Meulen” op. Deze school kwam voort uit “boksschool Krieger”. In “boksschool ter Meulen” verzorgde Ome Piet de trainingen in de Czaar Peterstraat, en later op het voormalige Veemarkt terrein van het Gemeentelijk abattoir aan de Cruquiusweg te Amsterdam. Vanaf het Veemarkt terrein verplaatste Ome Piet zijn school naar de Joden Houttuinen in de voormalige lodaline fabriek waar op de 3e etage een boksschool werd ingericht. In 1956 werd Yz van de Weerd lid van deze boksschool en ontstond er tussen Ome Piet en hem een relatie die het gemis van zijn pas overleden vader compenseerde.
Tot zijn militaire diensttijd in 1961 bokste Yz onder leiding van Ome Piet en Rinus Krijger (trainer coach van het Nederlands Militair Boksteam) een groot aantal wedstrijden. Na het beëindigen van zijn diensttijd bij het Korps Commandotroepen trad Yz in dienst bij de Amsterdamse Politie. Vanaf die tijd was er tussen Ome Piet een Yz een afspraak dat de laatste het werk van Ome Piet na diens afscheid zou voortzetten. De bouwvakrellen van 14 juni 1966 gingen vooraf aan die overname waarbij Yz actief werd als trainer bij een andere boksvereniging. Doordat de politie op straat regelmatig met rellen geconfronteerd werd en (geregelde) dienstsport ontbrak bestond er bij dit personeel behoefte aan training die bij het personeel van pas zou komen.